Sociaal Domein

Grote opgaven: perspectief op sociaal domein in transformatie
In 2015 heeft de gemeente extra verantwoordelijkheden gekregen van het rijk: de drie decentralisaties in het sociaal domein. Het Rijk was overtuigd dat gemeenten effectiever en efficiënter met de maatschappelijke vraagstukken om konden gaan, waardoor dit gepaard is gegaan met een stevige bezuiniging. Daarentegen nam de vraag toe door autonome ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld vergrijzing en de toegenomen vraag in de jeugdhulp. Hierdoor komen meer en meer Nederlandse gemeenten in de financiële problemen.

Transformatie
Om hier een antwoord op te geven is het essentieel dat binnen het sociaal domein ontschot wordt tussen de Sociale Basis, Wmo, Jeugdwet en Participatiewet. En dat meer gewerkt wordt aan het voorkomen dan aan het oplossen van problemen. De gemeenteraad van Ede heeft hiervoor in december 2020 het beleidskader vastgesteld waarbij de leidende principes de basis zijn voor het werken in het sociaal domein en met onze partners. In de uitvoering wordt nu gewerkt aan het ontwikkelen van werkwijzen, versterking van de Sociale Basis en intensievere samenwerking met onze partners. Een gezin, een plan, een regisseur is de basis voor de uitwerking.

Versterken Sociale Basis
Onder invloed van externe én interne ontwikkelingen zien we de transformatie verder op stoom komen. Vanuit de leidende principes normaliseren en Informeel is duurzaam sluiten we daarbij aan op ontwikkelingen die de beweging naar de voorkant versterken, naar preventie. Deze beweging krijgt onder andere vorm in de uitvoering van het Actieprogramma Versterken Sociale Basis. Winst van het actieprogramma is dat een gedeelde verantwoordelijkheid ontstaat voor de sterke sociale basis en tal van organisaties werken samen vanuit dezelfde visie en ambities. De middelen voor het actieplan sociale basis hebben we reeds geraamd in de begroting.

Binnen het sociaal domein verwijzen we actiever door naar het preventieve voorveld in de sociale basis. Ook zien we dat deze sociale basis steeds beter aansluit op de vragen van onze inwoners en meer te bieden heeft. Dat is precies de beweging die we nastreven. Deze beweging gaat echter niet overal even snel, waardoor soms frictie ontstaat. Zo groeit het effectief preventief aanbod, maar de middelen groeien niet mee. Om dit te doorbreken, maken we soms de beweging om middelen voor maatwerk aan de voorkant in zetten. Dit betekent investeren in preventie, waarbij de kosten voor de baten uitgaan. Hiermee laten we zien dat we als gemeente regie nemen over het sociaal domein en lef tonen om nog meer integraal te kunnen werken.

Trends en ontwikkelingen
Er is veel in beweging binnen het sociaal domein, gezondheidszorg en welzijn. Ook landelijk spelen veel vraagstukken waarbij aangesloten wordt. Denk aan vraagstukken rond organisatie en financiering van de jeugdzorg, maar ook het abonnementstarief en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt zijn belangrijke en complexe thema’s.

Vroegsignalering
Een belangrijke ontwikkeling binnen preventie is vroegsignalering. Onder andere binnen de brede aanpak schuldhulpverlening, maar ook bij eenzaamheid en psychische problematiek. Er is veel bereikt en daar gaan we mee door. Steeds vroeger en preciezer ingrijpen zorgt ervoor dat er steeds minder schuldenaren komen, dat schuldeisers binnen reguliere termijnen hun geld ontvangen en minder maatschappelijke kosten aan de hulpverlening besteed worden. Het vroegtijdig signaleren van psychische klachten is belangrijk om adequate en tijdige zorg te bieden. Depressies zijn de belangrijkste oorzaak van eenzaamheid en de gevolgen van langdurende eenzaamheid zijn groot. Depressies worden onvoldoende herkend en doorverwijzing is vaak te laat. Door vroegsignalering kan eerder verwezen worden naar de sociale basis wat grotere problemen kan voorkomen of goede begeleiding beter kan worden ingezet.

Kansengelijkheid
Soms kunnen problemen in het sociaal domein voortkomen uit kansenongelijkheid. Als gemeente hebben we nu in het huidige stelsel meer mogelijkheden voor handen om dit te veranderen en de kansengelijkheid te vergroten. Bijvoorbeeld door middel van een kansrijke start voor kinderen en jongeren, zodat zij veilig en gezond kunnen opgroeien. We hebben extra aandacht voor bijvoorbeeld laaggeletterden en inwoners die zich niet (meer) op hun plek voelen in onze samenleving.

Vergrijzing
Wonen met zorg, voor senioren in het bijzonder, springt daaruit naar voren. Door de dubbele vergrijzing (zowel het aandeel ouderen als de leeftijd nemen toe) stijgt het aantal kwetsbare ouderen. Steeds meer ouderen blijven zelfstandig wonen; de gang naar het verpleeghuis verschuift naar een later moment. Met relatief meer eenzaamheid en een grote(re) druk op de woningmarkt tot gevolg. Het antwoord beperkt zich niet tot het aantal geschikte woningen voor senioren, maar moet vooral in verbinding met preventie en zorg gezocht worden. Dat kan alleen vanuit een brede geïntegreerde aanpak vanuit het sociaal domein.

Positieve gezondheid
Een steeds belangrijke pijler is positieve gezondheid. Deze methode is met de recent vastgestelde nota Lokaal Gezondheidsbeleid omarmd. Positieve Gezondheid is een bredere kijk op gezondheid waarbij het niet zozeer gaat om ‘niet ziek zijn’, maar juist om persoonlijk welbevinden, lichaamsfuncties, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks leven. Met deze bredere benadering dragen we bij aan het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan. We verwachten dat deze bredere invalshoek de komende jaren een grotere rol krijgt in het sociaal domein en in gezamenlijkheid met onze partners.

De keuze om vanuit positieve gezondheid te werken aan lokaal gezondheidsbeleid is door de corona crisis nogmaals bevestigd. Covid-19 is een nieuwe ziekte die helaas niet meer zal verdwijnen. Mensen met leefstijl-gerelateerde aandoeningen als obesitas, hart- en vaatziekten en diabetes type 2, lopen het hoogste risico om ernstig ziek te worden. Deze constatering vraagt om een sterkere preventie door een gezonde leefstijl te stimuleren. Daarnaast kan positieve gezondheid ook bijdragen aan het opvangen van de nadelige gevolgen van de maatregelen, zoals eenzaamheid, minder bewegen en een grotere kansenongelijkheid.  

Perspectief op de toekomst
De houdbaarheid van het Nederlandse gezondheidszorgsysteem staat onder druk. De wijze waarop het zorgsysteem is georganiseerd in combinatie met de dubbele vergrijzing leidt, als gevolg van nadruk op productie, tot een onevenredig grote kostenstijging en druk op de arbeidsmarkt. Volgens de huidige prognoses stijgen de zorgkosten met 5% per jaar. Daarnaast worden de gezondheidsverschillen tussen verschillende groepen steeds groter.

Met de transformatie werken we nog met name binnen de gemeentelijke taken aan een grote opgave voor nu en voor de toekomst. We raken daarbij steeds meer uitdagingen op het snijvlak met andere systeem-verantwoordelijken. De zorg in Nederland ook in de toekomst houdbaar organiseren, vraagt echter om een volgende stap: de stap naar integraliteit die het gemeentelijk sociaal domein overstijgt. Steeds meer wordt samenwerking gevonden met partners om gezamenlijk te willen investeren in de opgaven waar we voor staan. Denk aan het CIZ (Wlz), de zorgkantoren en -verzekeraars (Zvw) en het UWV (WW). In de onlangs afgeronde pilot Domein overstijgend Samenwerken zien we dat die samenwerking voor het grotere geheel positieve resultaten oplevert. Als gemeente willen we partner kunnen zijn daar waar initiatieven ontstaan die de transformatie verder helpen. Hiervoor zijn vaak ontwikkelgelden nodig en/of cofinanciering. Het gaat om impulsen waarmee de gemeente samen met partners kan vernieuwen en innoveren. Deze innovaties zorgen vaak tijdelijk voor een kostenverhoging of eenmalige investering, terwijl ze een positieve impact hebben op onze inwoners en op de langere termijn juist bijdragen aan afvlakking van de kosten en het beheersbaar maken van de organisatie en financiering.

Ombuigingen sociaal domein
Alle vastgestelde ombuigingen in het sociale domein zijn gerelateerd aan de inhoudelijke transformatieopgave, kritisch doorgelopen en bekeken op de financiële effecten. Deze ombuigingen zijn beleidsmatig ingegeven. De raad heeft het kader daarvoor gesteld. De ombuigingstaakstelling is als geheel opgepakt. Immers, transformeren, regievoeren in gezinnen en op aanbieders laat zich niet beperken tot de deeldomeinen zelf.

We ontkomen niet aan temporisering van enkele ombuigingen, die we wel realiseren, maar met een vertraging. Dit vertragingseffect, dat financieel is vertaald in het hoofdstuk Actualisatie, doet zich voor in zowel 2021 als 2022. We blijven dit monitoren. Een deel van de ombuigingstaakstelling valt onder de noemer versterken regie. Deze ombuiging is afgelopen jaar deels incidenteel ingevuld, waarbij regie op zichzelf ook onderdeel is van vele andere ombuigingen. We brengen nu meer lijn aan met het uitvoeringsplan transformatie in de hand. De beweging naar de voorkant -meer sociale basis, minder maatwerk- is onderdeel van alle maatregelen.

Al met al concluderen we dat we in 2021 € 9,3 miljoen van de totaal € 10,3 miljoen aan ombuigingen hebben gerealiseerd of op schema lopen om te gaan realiseren. Deze cijfers lopen op naar € 12,6 miljoen respectievelijk € 14,6 miljoen in 2024. De komende jaren wordt het financieel effect van de lopende ombuigingen gerealiseerd via maatregelen die onderdeel zijn van de lijnen van de inhoudelijke transformatieopgave. Bijlage 3 geeft uitgebreid inzicht in de inhoudelijke stand van zaken. In de besluitvorming bij deze perspectiefnota vragen wij u om akkoord te gaan met het alternatief invullen of opvangen van de niet te realiseren ombuigingen, opdat we met een geschoonde basis verder kunnen.

Volume en prijscompensatie
Sinds de decentralisaties hebben gemeenten een belangrijke rol in de zorgketen. Voor de inkoop van zorg hebben gemeenten de opdracht om te waarborgen dat er een goede verhouding is tussen de kwaliteit en de prijs van de hulp. Ede zit net als andere gemeenten in een bijzonder spanningsveld.

Aan de ene kant zien we dat de tarieven van de zorgaanbieders stijgen door met name cao-afspraken in de zorgsectoren. Het Rijk kijkt over onze schouder mee en heeft bepaald dat aanbieders mogen rekenen op compensatie van reële groei van tarieven door loon- en prijsstijging. Dit is de zogenaamde AMvB reële kostprijs voor Wmo ondersteuning. Voor de Jeugdwet is deze in de maak. Op deze manier is het mogelijk om medewerkers in de zorg een loonontwikkeling te bieden die vergelijkbaar is met de rest van Nederland.

Aan de andere kant voelen we nu dat een andere financieringssystematiek tussen Rijk en gemeenten knelt.  Waar eerder in de afzonderlijke uitkering van het Rijk voor het sociaal domein apart de prijs- en volumewijzigingen zichtbaar werden toegekend, gaat dit vanaf 2020 mee in systematiek van de algemene uitkering. Hierin rekenen we met een kleinere prijsontwikkeling. Onze budgetten om zorg in te kopen groeien hierdoor minder hard dan nodig om dezelfde volumes en kwaliteit van zorg in te kopen. De koopkracht in de budgetten daalt. Tot op heden lossen we dat niet op of deels op door individuele afspraken te maken.

We gaan naar een ander systeem van inschatten van loon- en prijsontwikkeling voor budgetten in het sociaal domein dat meer aansluit bij geschetste (maatschappelijke) ontwikkelingen. Dat systeem werken we uit vóór de Meerjarenbeleidsvisie 2023-2026. Ter overbrugging voegen we in 2022, niet cumulatief oplopend, extra middelen toe aan programma 3. Kortom, Ede blijft scherp op het inkopen van zorg tegen reële tarieven maar zorgt voor budgettaire ruimte om deze zorg te kunnen (blijven) betalen. Dit gaat overigens wel ten koste van de beschikbare financiële ruimte, omdat de algemene uitkering onvoldoende compensatie biedt.

Naast prijsontwikkeling zijn budgetten onderhevig aan volumeontwikkelingen. Dit komt niet alleen door de groei van Ede maar hangt samen met tal van andere factoren, bijvoorbeeld veranderingen in samenstelling van de populatie. Landelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de vraag naar zorg substantieel sneller groeit dan onze bevolking. Bij het opstellen van deze perspectiefnota is rekening gehouden met een stukje extra volumegroei boven op de groei van Ede.

De extra toevoeging voor prijs en volume aan programma 3 bedraagt € 900.000. In gesprekken met aanbieders vragen we wel om een deel van het effect dat we verwachten in te verdienen door zich samen met de gemeente in te spannen om de hoeveelheid zorg niet te laten stijgen, dan wel terug te brengen.

Macrobudget sociaal domein
Zoals in eerdere P&C documenten gemeld, heeft een arbitragecommissie onderzoek verricht naar het structurele karakter van de middelen Jeugd en de daarbij benodigde omvang. In afwachting van de uitkomsten heeft het Rijk in maart 2021 een extra bijdrage voor de jeugdzorg in 2021 verstrekt. Eind mei heeft deze commissie haar (overigens niet bindende, maar zwaarwegende) advies gepresenteerd. Het Rijk heeft hierop gereageerd met het incidenteel beschikbaar stellen van extra middelen voor 2022. In de financiële beschouwing in hoofdstuk 6 leest u wat dit betekent voor het financiële beeld van de gemeente.

Deze pagina is gebouwd op 06/09/2021 08:21:52 met de export van 06/09/2021 08:14:07